Grootste deel inwoners tevreden over leven en gezondheid
Het grootste deel van de volwassenen in de gemeente Groningen is tevreden met zijn leven (74%) en voelt zich gelukkig (71%). In de dorpskernen en de latere nieuwbouwwijken zijn dit doorgaans nog wat meer. De noordelijke stadswijken scoren aan de lage kant.
Inwoners van de gemeente Groningen zijn overwegend positief over de eigen gezondheid: 80% van de volwassenen ervaart deze als (zeer) goed. De relatief jonge bevolking van de gemeente heeft een positieve invloed op dit beeld. Buurten en dorpen met relatief veel ouderen scoren in het algemeen wat lager, net als gebieden waar meer kwetsbare gezinnen wonen. Inwoners met gezondheidsproblemen en/of weinig geld zijn duidelijk minder tevreden over contacten en hun deelname aan de samenleving.
Verreweg de meeste inwoners zien de toekomst in hun kwaliteit van leven positief tegemoet, maar ongeveer 11% verwacht dat die de komende twee jaar achteruit zal gaan. We zien dit met name bij ouderen. De prognose van de toekomstige bevolking wijst op een sterke groei van de groep 75-plussers, van ruim 14.000 tot ongeveer 24.000 in 2040. Hiermee zullen de vraag naar zorgarrangementen en de behoefte aan healthy-ageing-voorzieningen stevig toenemen.
Bij de wijken valt Vinkhuizen op: meer dan gemiddeld en meer dan in 2018 verwachten dat de kwaliteit van hun leven de komende twee jaar achteruit zal gaan. In Paddepoel is dit percentage gelijk gebleven. Gemiddeld in de gemeente én in de andere noordelijke stadswijken zien we een kleine toename. Dit is ernstiger in wijken waar de kwaliteit van leven al laag is.
Informatie over de gezondheid van de jeugd in de gemeente is te vinden onder Opgroeien.
Zie naast de cijfers in dit thema ook cijfers van de GGD
Enkele cijfers per buurt of wijk over gezondheid vindt u in de buurtmonitor Gronometer

Laatst aangepast: 18-06-2020
Ontwikkeling in de wijken
Een aantal noordelijke en oostelijke stadswijken laat een extra sterke afname zien van het percentage inwoners dat zijn eigen gezondheid goed of uitstekend vindt. Dit geldt vooral voor De Hoogte en Beijum, en ook voor de Indische buurt en Oosterparkwijk.
Ook de opmerkelijke gemiddelde toename van het zich gelukkig voelen, is niet te zien in De Hoogte, Indische buurt en Selwerd.
Gezien de bijzondere tijd (coronacrisis) waarin de enquête werd afgenomen is het gecompliceerd deze ontwikkelingen goed te duiden.

Gezondheid
Percentage inwoners dat zijn of haar gezondheid als (zeer) goed ervaart
Inwoners die hun gezondheid als goed of zeer geod ervaren
Een aantal noordelijke stadswijken laat een extra sterke afname zien van het percentage inwoners dat zijn eigen gezondheid goed of uitstekend vindt. Dit geldt vooral voor De Hoogte en Beijum, en ook voor de Indische buurt en Oosterparkwijk.
Gezien de bijzondere tijd waarin de enquête in 2020 werd afgenomen is het gecompliceerd deze ontwikkelingen goed te duiden.
Bron OIS Groningen, enquête leefbaarheid,
Geluk
Gelukkig voelen: het percentage inwoners dat aangeeft zich de afgelopen twee weken gelukkig te hebben gevoeld
Ook de opmerkelijke gemiddelde toename van het zich gelukkig voelen, is niet te zien in De Hoogte, Indische buurt en Selwerd.
Bron OIS Groningen, enquête leefbaarheid,
Inleiding: lichamelijk - en psychosociaal functioneren
In dit onderdeel wordt verschillende informatie geboden over de (objectieve) gezondheidstoestand van de Groninger volwassenen en hun (subjectieve) percepties ten aanzien van de eigen gezondheid - en breder de kwaliteit van het eigen leven. De mate waarin een persoon 'fysiek' gezond is en zich gezond voelt zijn belangrijke pijlers wanneer het gaat om het in beeld brengen van de kwaliteit van de leefsituatie van een persoon, zowel als een voorwaardelijke 'hulpbron' als ook als een resulterende 'uiting' ervan. Immers, een goede gezondheid heeft een positieve uitwerking op de kwaliteit van andere relevante leefdomeinen, daarnaast is de mate van gezondheid ook van directe invloed op hoe iemand de kwaliteit van het eigen leven ervaart.
We beginnen dit deel dan ook met deze subjectieve kant van de kwaliteit van leven - of welbevinden - van een persoon. Waarbij de waardering van het leven zelf in al haar facetten - als langere termijn - en de mate van ervaren geluk - als kortere termijn - twee belangrijke uitkomstmaten zijn.
Vervolgens wordt in dit deel het begrip gezondheid vanuit het perspectief van de (biologische) toestand verder verkent. Hierbij wordt zowel de fysieke gezondheid - en de mate waarin sprake is van de aan- of afwezigheid van onder meer lichamelijke aandoeningen en beperkingen - als ook de mentale gezondheid - en de mate waarin sprake is van de aanwezigheid van onder meer psychosociale problematiek - tegen het licht gehouden.
In het deel 'Leef- en gezondheidspatronen' wordt ingegaan op een aantal belangrijke uitingen van gedrag die van grote invloed zijn op de mate van gezondheid en de levensloop ten aanzien hiervan van personen. Tenslotte wordt in het deel 'Eigen kracht, weerbaarheid en zelfregie' wordt ingegaan op het begrip gezondheid vanuit het perspectief van hetvermogen van personen - en de mate waarin men in staat is (dagelijkse) levensverrichtingen zelfstandig of met georganiseerde ondersteuning te kunnen verrichten.
Zie hier ook de cijfers van de GGD, GGD Groningen in cijfers.
Toelichting: algemeen welbevinden
Een veel gebruikte manier om een beeld te schetsen van het ‘brede’ welzijn van de bevolking is om personen zelf te bevragen naar hun eigen welbevinden. Via deze weg - de eigen percepties van mensen - wordt het begrip ‘kwaliteit van leven’ dus vanuit een subjectieve benadering ingestoken. We doen dit aan de hand van (tenminste) een tweetal brede uitkomstmaten; ten eerste brengen we de algehele waardering van inwoners over het eigen leven - in al haar facetten - in beeld, ten tweede kijken we naar de mate waarin personen (recent) geluk hebben ervaren.
De eerste indicator biedt hierbij inzicht in (de subjectieve kant van) de kwaliteit van leven van personen vanuit een meer middellang tijdsperspectief (robuuster), bij de tweede indicator wordt het accent op de korte termijn gelegd (vluchtiger). Naast deze brede uitkomstmaten kijken we in onze monitor ook naar verschillende onderliggende facetten die van invloed (kunnen) zijn op het welbevinden van mensen, zoals de eigen gezondheidsbeleving en de mate waarin mensen belemmeringen ondervinden in het kunnen functioneren in het alledaagse. Deze onderdelen worden elders in deze rapportage behandeld.
74% van de inwoners (18 jaar en ouder) van de gemeente Groningen is (zeer) tevreden over het eigen leven dat men momenteel leidt. Dit percentage was in 2018 nog 78%. In de nieuwere buitenwijken, zoals Gravenburg, De Hunze en Hoornse Park, als ook in de dorpen stemt het eigen leven doorgaans het meeste tot tevredenheid (allen rond de 80%).Selwerd, de Hoogte en de Indische buurt scoren met gemiddeld 64% beduidend lager, het laagste van de gehele gemeente.
Wanneer we kijken naar de toekomstverwachting van mensen aangaande de kwaliteit van hun leven, dan valt te constateren dat deze overwegend positief is. Ongeveer 11% van de mensen verwacht dat dit de komende 2 jaar achteruit zal gaan, dit is wel een veel hoger percentage dan in 2018, toen was het 8%. We zien met name bij de groep ouderen dat dit onderdeel doorgaans wat minder hoopvol scoort. Met name in die gebieden waar relatief veel ouderen wonen zijn de percentages logischerwijs het minst gunstig, zoals in Vinkhuizen, Haren en Hoornse Meer (allen 17%).
Ongeveer 76% van de inwoners (18 jaar en ouder) gaf in 2022 aan zich in de afgelopen twee weken gelukkig te hebben gevoeld. Ten opzichte van de voorgaande meting uit 2020 is dit cijfer omhoog gegaan (toen 71%). Wel zijn er binnen de gemeente duidelijke verschillen te ontdekken in de mate waarin mensen geluk ervaren. Het minst gelukkig blijken de bewoners van De Hoogte, Selwerd en Vinkhuizen te zijn. Ook bij dit thema zien we dat de scores in de latere nieuwbouw wijken en in de dorpse kernen het meest gunstig zijn.
Ervaren kwaliteit van leven
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt (zeer) tevreden te zijn over de eigen kwaliteit van het leven (ontwikkeling 2018-2020)
De ongunstigst scorende wijken vergeleken met de gemeente en de meest gunstig scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Toekomstverwachting kwaliteit van leven
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat aangeeft te verwachten dat de kwaliteit van het eigen leven de komende twee jaar achteruit zal gaan (ontwikkeling 2018-2020)
De ongunstigst scorende wijken vergeleken met de gemeente en de meest gunstig scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Ervaren geluk
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt zich de afgelopen 2 weken (zeer) gelukkig te hebben gevoeld (ontwikkeling 2018-2020)
De ongunstigst scorende wijken vergeleken met de gemeente en de meest gunstig scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Ervaren geluk naar leeftijd
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt zich de afgelopen 2 weken (zeer) gelukkig te hebben gevoeld naar leeftijdsgroep, 2021
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Toelichting: gezondheidsbeleving
De inwoners van de gemeente Groningen zijn overwegend positief over de eigen gezondheid, 80% van de mensen ervoer deze in 2020 als (zeer) goed, in 2018 waas dit nog 89%.
De mate van waardering die we bij dit thema terug zien vertoont een zekere samenhang met onder meer de levensfase waarin personen zich bevinden. De (relatief) ‘jonge’ bevolkingsopbouw van de gemeente heeft in dit opzicht dan ook een positieve invloed op het gemeentelijke resultaat en maakt dat Groningen ook vanuit landelijk perspectief relatief gunstig scoort.
Binnen de gemeente zien we dat de buurten en wijken waar naar verhouding meer ouderen wonen doorgaans wat lager scoren, de dorpse kernen in het zuiden van de gemeente vormen in dit opzicht een positieve uitzondering. Met name daar waar het gebieden betreft waar ook relatief veel huishoudens wonen met kwetsbaarheden op andere levensdomeinen - zoals armoede en schulden - vallen de minst gunstige uitkomsten te noteren. In de Armoedemonitor 2019 kwam aan het licht dat de gezondheidsbeleving van mensen met een huishoudensinkomen onder of rond het sociale minimum beduidend negatiever is dan van de groep boven dit minimum. Deze samenhang rechtvaardigt ook eens te meer de noodzakelijke brede blik op gezondheid - en armoede.
Diverse aspecten van de gezondheid
Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt zich de afgelopen 2 weken gelukkig te hebben gevoeld, een goede gezondheid ervaart, last heeft van (geestelijke of lichamelijke) belemmeringen en hulp heeft gekregen vanwege de gezondheid (ontwikkeling 2018-2022)
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Ervaren gezondheid
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt een (zeer) goede gezondheid te ervaren (ontwikkeling 2018-2020)
De ongunstigst scorende wijken vergeleken met de gemeente en de meest gunstig scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Toelichting: lichamelijke gezondheid
Voor de cijfers is gebruik gemaakt van de gezondheidsmonitor van de GGD Groningen. De GGD doet een maal in de vier jaar onderzoek naar de gezondheid van de bevolking van de provincie Groningen bevolking, de cijfers zijn uitgesplitst naar gemeente en soms ook naar buurt.
Voor een uitgebreider overzicht van de cijfers per gemeente of een verdieping naar verdere achtergronden kunt u het informatiesysteem Databank van de GGD Groningen raadplegen.
Percentage volwassenen dat een of meer lichamelijke beperkingen heeft, beperkingen op het gebied van horen, zien en/of bewegen, de gemeente vergeleken met de provincie, 2012-2020
Chronische aandoeningen (gemeente en provincie vergeleken)
% Personen (19 jaar e.o.) dat aangeeft één of meerdere chronische aandoeningen te hebben, Groningen vergeleken (2012-2020)
Bron: GGD Groningen, Gezondheidsmonitor volwassenen
Chronische aandoeningen naar leeftijd en opleidingsniveau
Beperkingen naar soort beperking
% Personen (19 jaar e.o.) dat aangeeft beperkingen te ondervinden naar soort beperking, 2020
Bron: GGD Groningen, Gezondheidsmonitor volwassenen
Psychosociale gezondheid (gemeenten en provincie vergeleken)
% Personen (19 jaar e.o.) met een matige tot slechte psychische gezondheid (matig tot hoog en hoog risico op een angststoornis of depressie) (ontwikkeling 2012- 2020)
Bron: GGD Groningen, Gezondheidsmonitor volwassenen
Psychosociale gezondheid - naar leeftijd en opleidingsniveau
% Personen (19 jaar e.o.) met een matige tot slechte psychische gezondheid (matig tot hoog en hoog risico op een angststoornis of depressie) naar leeftijdsgroep en opleidingsniveau, 2020
Opleidningsniveau: Laag = basisonderwijs, VMBO, Middel = MBO/HAVO/VWO, Hoog = HBO/WO
Bron: GGD Groningen, Gezondheidsmonitor volwassenen
Inleiding: leef- en gezondheidspatronen
De wijze waarop mensen hun leven inrichten is van invloed op het aantal gezonde levensjaren en hun uiteindelijke levensverwachting. Een ongezonde leefstijl gaat veelal gepaard met een kortere levensduur en een hogere ziektelast, daarnaast kan dit ook een negatieve uitwerking hebben op hun (directe) omgeving. Zo kan een ongezonde leefsituatie bij gezinnen met kinderen gevolgen hebben voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen zelf.
Bewustwording rondom 'gezond gedrag' en leefstijlaanpassingen als gevolg ervan hebben daarmee een positieve invloed op de volksgezondheid in het algemeen. Het is dan ook van belang om te kijken naar de leefstijl die inwoners van de gemeente Groningen erop na houden, de gezondheidspatronen die hierin tot uitdrukking komen en de ontwikkelingen die hierbinnen te zien zijn. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om roken en het gebruik van andere genotmiddelen als alcohol en drugs, maar ook om de mate van lichaamsbeweging en de voedingswijze.
Er wordt in dit deel begonnen met het kijken naar de mate waarin volwassenen bewegen en het lichaamsgewicht van volwassenen. Overgewicht en obesitas (ernstig overgewicht) kunnen leiden tot diverse ziekten en aandoeningen, waaronder diabetes, hart- en vaatziekten, hartfalen en een beroerte. Ook een hoge bloeddruk en een verhoogd cholesterolgehalte kunnen veroorzaakt worden door overgewicht. Vanwege de sterke oorzakelijke relatie met het ontstaan van ziekten, draagt overgewicht er gemiddeld genomen toe bij dat een persoon een relatief groot aantal gezonde levensjaren verliest. (GGD Groningen, 2016)
De kans op (ernstig) overgewicht wordt kleiner wanneer mensen op regelmatige basis bewegen. Volwassenen die voldoende lichaamsbeweging krijgen voelen zich doorgaans fitter en hebben een verkleinde kans op verschillende ziekten, daarnaast kan voldoende beweging het verloop van een aantal chronische aandoeningen ook gunstig beïnvloeden. Er wordt aan de hand van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) aan volwassenen geadviseerd om minimaal een half uur per dag, gedurende 5 dagen per week, matig-intensief te bewegen. Om aan de Fitnorm te voldoen moet een volwassene minimaal 3 keer per week 20 minuten zwaar-intensief bewegen. (GGD Groningen, 2016)
In het navolgende worden deze en enkele andere relevante onderdelen uitgelicht en in cijfers weergegeven. Voor een uitgebreider overzicht aan cijfers en extra achtergrondinformatie kunt u de Gezondheidsmonitor GGD Groningen raadplegen.
Toelichting: beweging volwassenen
In 2020 voldeed ca. 58% van de volwassenen in de gemeente Groningen aan de \Nederlandse norm Gezond Bewegen (NNGB). Daarmee is het aandeel personen dat voldoende beweegt iets gedaald ten opzichte van 2016. Groningen scoort hiermee hoger dan het landelijke gemiddelde.
Wanneer we kijken naar de mate van bewegen tussen verschillende leeftijdscategorieën (gebaseerd op provinciale cijfers), dan valt op dat hoe jonger de groep volwassenen is, hoe meer mensen aan de beweegnorm voldoen. Ook voldoen hoor opgeleiden meer aan de beweegnorm dan laag opgeleiden.
Ook tussen de wijken in de gemeente Groningen zijn er verschillen op dit vlak te constateren, zo voldoen volwassenen in het Centrum en de omliggende wijken wijken van de stad gemiddeld genomen beduidend vaker aan de beweegnorm dan elders in de stad.
Gezond bewegen (gemeente en provincie vergeleken)
% Personen (19 jaar e.o.) dat voldoet aan de beweegnorm (2016-2020)
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor volwassenen
Gezond bewegen
Geschat % personen (19 jaar e.o.) dat voldoet aan de beweegnorm naar leeftijdsgroep en opleidingsniveau, 2020
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor volwassenen
Toelichting: overgewicht
Ca. 38% van de volwassenen in de (oude) gemeente Groningen kampte in 2016 met matig tot zwaar overgewicht. Het percentage personen dat daadwerkelijk tot de categorie 'obesitas' gerekend kan worden bedroeg 9%. Ten opzichte van de voorgaande meting uit 2012 is een minimale stijging in het aandeel personen met overgewicht te constateren (ca. 1%).
Landelijk ligt het percentage volwassenen dat kampt met overgewicht beduidend hoger dan in de gemeente Groningen, hetgeen voor een belangrijk deel is toe te schrijven aan de a-typische bevolkingsopbouw (dominantie jonge volwassenen) in de stad. Ook hier zien we ten opzichte van 2012 een stijging in personen met overgewicht, al is deze nagenoeg te verwaarlozen (nog geen procentpunt). Waar het percentage volwassenen met overgewicht tussen 1990 en 2006 telkens gestaag toenam, is deze trend in de laatste jaren duidelijk afgevlakt.
De scores binnen verschillende leeftijdscategorieen (gebaseerd op provinciale cijfers) laten een beeld zien dat sterke overeenkomsten vertoond met dat van de beweegnorm. In de leeftijd van 19 t/m 34 jaar is het percentage volwassenen met overgewicht veel lager in vergelijking met dat van de oudere groep volwassenen. Binnen deze oudere groep komt overgewicht het vaaktst voor onder volwassenen van 35 t/m 49 jaar.
Kijken we naar gender dan zien we dat er bij mannen iets vaker sprake is van overgewicht dan bij vrouwen, bij vrouwen komt daarentegen obesitas wel weer vaker voor. Daarnaast valt te constateren dat bij laagopgeleide volwassenen overgewicht vaker voorkomt dan bij hoogopgeleiden. Obesitast komt bij laagopgeleiden zelfs 4 keer zo vaak voor als bij hoogopgeleiden.
De verschillen tussen de buurten en wijken in de gemeente Groningen zijn significant, zo zijn er bijvoorbeeld duidelijke verschillen te constateren tussen het Centrum en omliggende schilwijken enerzijds en de dorpskernen aan de west- en oostkant van de stad anderzijds. De leeftijdsopbouw en gezinssamenstelling van de verschillende wijken laat zich duidelijk terug zien in het geografische patroon waar het gaat om overgewicht.
Daarnaast is - zij het in mindere mate - ook de gemiddelde sociaaleconomische status van huishoudens in de gebieden zichtbaar in de resultaten.
Overgewicht naar leeftijd
% Personen dat kampt met (matig + obesitas) overgewicht volwassenen, 2020 zelf gerapporteerd, jeugd, 2019 gewogen
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor volwassenen en wegingen
Overgewicht naar opleidingsniveau
Toelichting: alcohol gebruik volwassenen
Alcoholgebruik onder volwassenen, in de gezondheidsenquête van de GGD worden een aantal vragen gesteld over alcoholgebruik.
In de figuren staat het overmatig alcoholgebruik onder volwassenen. Overmatig is meer dan 14 glazen per week voor mannen of 7 glazen per week voor vrouwen.
Overmatig drinken, Groningen vergeleken
% personen (19 jaar e.o.) dat overmatig drinkt, gemeente en provincie Groningen, 2012-2020
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor volwassenen
Overmatig drinken naar leeftijdsgroep en opleidingsniveau
Toelichting: roken en drugsgebruik volwassenen
Het aandeel volwassenen van de gemeente Groningen dat rookte in 2020 bedroeg ca. 23%, in 2002 was dit percentage nog 35%. Dit is beduidend boven het landelijk gemiddelde lag. Ook in vergelijking met andere grote steden ligt het percentage relatief hoog.
Tussen de buurten en wijken in de stad zijn er duidelijke verschillen waar te nemen. In het Centrum en met name de hier aangrenzende stadswijken wordt gemiddeld genomen het meest gerookt, in de nieuwe buitenwijken, Haren en Ten Boer wordt beduidend minder gerookt.
Cannabisgebruik onder volwassenen van 19 tot en met 64 jaar is bekend tot en met 2016, voor de jeugd hebben we cijfers van 2019, in de grafieken staat het percentages mensen dat het afgelopen jaar cannabis heeft gebruikt.
Roken (gemeente en provincie vergeleken)
% Personen (19 jaar e.o.) dat zegt (regelmatig) te roken (2012 -2020)
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor volwassenen
Cannabis gebruik van volwassenen
Cannabisgebruik onder de jeugd
% Jongeren dat de afgelopen maand cannabis heeft gebruikt, naar school en schoolklas, 2019
Bron: GGD, Gezondheidsmonitor jeugd
Cannabis gebruik naar wijk
% Personen (19 jaar e.o.) dat zegt (wel eens) drugs (cannabis) te hebben gebruikt (2016)
Bron: Gezondheidsmonitor volwassenen (en ouderen) 2016 (GGD Groningen; 2017)
Inleiding: eigen kracht, weerbaarheid en regie
Hebben mensen grip op hun eigen leven. Kunnen ze zich zelf redden en als dat niet (goed) kan, zijn ze dan in staat zelf hulp te regelen. En hoe veel mensen krijgen al hulp. Daarover gaat eigen kracht, weerbaarheid en regie.
Van de inwoners van Groningen heeft 86% grip op het eigen leven. Als er hulp nodig is kan 90% dit regelen (ja plus neutraal) 27% krijgt hulp vanwege de gezondheid of gesteldheid.
Ruim 80% van de volwassen inwoners zegt bijna alles te kunnen doen waar hij zijn zinnen op heeft gezet. Bijna 90% denkt belangrijke dingen in zijn leven zelf te kunnen veranderen. We kunnen stellen dat zij de regie over hun eigen leven voeren. Lagere percentages zien we onder meer in Hoogkerk en Vinkhuizen.
Grip op het leven (wijken vergeleken)
% Personen (19 jaar e.o.) dat het ONEENS is met de stelling dat ze weinig kunnen doen om dingen in het leven te veranderen, 2018-2020
Inwoners die het oneens zijn met de stelling dat ze weinig kunnen doen om belangrijke dingen in leven te veranderen (oneens+neutraal)
De laagst scorende wijken vergeleken met het gemeentelijk gemiddelde en de hoogst scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Toelichting: beperkingen bij levensverrichtingen
Gemeentelijk geeft 37% van de inwoners aan zich (sterk) belemmerd te voelen bij het uitvoeren van dagelijkse levensverrichtingen vanwege gezondheidsbeperkingen. Daarmee is een stijging te zien ten opzichte van 2018, toen bedroeg dit 34% (oude gemeente).. Er is sprake van een duidelijke samenhang tussen de aanwezigheid van gezondheidsbeperkingen enerzijds en de levensfase van een persoon anderzijds. De leeftijdsopbouw van buurten en wijken is dan ook een belangrijke verklarende factor voor de verschillen die op dit terrein binnen de gemeente te zien zijn.
Daarnaast kunnen ook sociaaleconomische factoren van invloed zijn op de gezondheidstoestand van mensen (en uiteraard andersom). Ook deze samenhang zien we hier terug in de geografische patronen; doorgaans scoren de gebieden waar relatief veel sociaaleconomisch kwetsbare huishoudens wonen ook hoger waar het gaat om de aanwezigheid van gezondheidsbeperkingen en de mate waarin zij belemmeringen ervaren in het alledaagse, en visa versa. De minst gunstig scorende wijk is Selwerd, waar 47% van de bewoners belemmeringen ervaart, gevolgd door Vinkhuizen, de Wijert en Corpus den Hoorn (%).
Het percentage inwoners dat aangeeft daadwerkelijk hulp te hebben ontvangen in de afgelopen 12 maanden is 27%. Net als bij de indicator ten aanzien van de ervaren belemmeringen door gezondheidsbeperkingen, zien we ook hier in 2020 een lichte stijging ten opzichte van 2018; van 26% in 2018 naar 27% in 2020. Qua verschillen tussen buurten en wijken komt eveneens een overeenkomstig beeld naar voren, met de Hereweg/Rievierenbuurt als hoogst scorende wijk (32%), Corpus den Hoorn De Hoogte (30%) en de Indische Buurt daarop volgend met 31%. De uitsplitsingen naar soort en ondersteuner zijn bekend voor 2018.
Ervaren gezondheidsbelemmeringen
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt zich (sterk) belemmerd te voelen door lichamelijke en/of geestelijke gezondheidsproblemen bij dagelijkse bezigheden thuis, op school, in uw werk of in de vrijetijdsbesteding (ontwikkeling 2018-2020)
De laagst scorende wijken vergeleken met het gemeentelijk gemiddelde en de hoogst scorende wijken.
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Hulp vanwege gezondheid
% Bewoners (18 jaar e.o.) dat zegt in de afgelopen 12 maanden hulp te hebben ontvangen van anderen vanwege gezondheidsproblemen of andere beperkingen (ontwikkeling 2018-2020)
Dezelfde wijken vergeleken als bij de grafiek van de belemmeringen
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Hulp vanwege gezondheid - naar ondersteuner
% Bewoners (18 jaar e.o.) met ontvangen hulp per soort ondersteuning, naar type ondersteuner (2018)
De gegeven percentages betreffen telkens het aandeel personen dat hulp krijgt van de betreffende ondersteuner op het totaal van de groep dat de betreffende soort ondersteuning krijgt (en daarmee dus niet op het totaal dat een vorm van ondersteuning krijgt).
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Zelf hulp regelen indien nodig
% Personen (19 jaar e.o.) dat aangeeft zelf hulp te kunnen organiseren als dat nodig is (eens + neutraal, 2020)
Bron: OIS Groningen, enquête leefbaarheid
Wmo voorzieningen totalen naar hoofdgroep
Totaal aantal geïndiceerde (lopende) maatwerk voorzieningen op een zeker moment (over een heel jaar geteld) i.h.k.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), per hoofdgroepen en eindtotaal (ontwikkeling 2017-'19)
De gepresenteerde aantallen betreffen hier het totaal aantal geïndiceerde voorzieningen, per hoofdgroep en het totaal, over een geheel jaar, waarbij een voorziening tenminste op een zeker moment in het betreffende teljaar 'lopende' was. Zo wordt een verstrekte indicatie in december van een voorgaand jaar, welke ook nog tenminste een dag 'geldig' is in januari van het navolgende jaar, meegenomen in de tellingen van beide jaren. In het geval van PGB tellen alleen voorzieningen mee waar ook daadwerkelijk een budget aan is toegewezen.
Een persoon kan meerdere voorzieningen hebben, ook binnen meerdere hoofdgroepen, en kan deze ook op verschillende momenten gedurende het jaar hebben (gehad). Het totaal aantal geïndiceerde voorzieningen is daardoor dan ook hoger dan het totaal aantal personen dat recht heeft gehad op een zekere voorziening.
Het moment van data-extractie was hier 06-05-2020. Vanwege de mogelijkheid tot mutaties in producten of verwerkingen anderszins die naderhand hebben kunnen plaatsvinden, kunnen met terugwerkende kracht wijzigingen voorkomen in de aantallen van de hier gepresenteerde jaren. Het gaat hier echter doorgaans om zeer geringe aantallen.
N.B.: de aantallen in 2017 en 2018 hebben betrekking op de oude gemeente Groningen, 2019 op de nieuwe gemeente (met uitzondering voor voorzieningen m.b.t. Bescherm Wonen en Maatschappelijke Opvang - deze hebben telkens betrekking op de regio, ook in tellingen van eerdere jaren)
Bron: Suite (gemeente Groningen, 2020)
Wmo personen totalen naar hoofdgroep
Totaal aantal unieke personen met (tenminste) één geïndiceerde (lopende) maatwerk voorziening op een zeker moment (over een heel jaar geteld) i.h.k.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning, (Wmo), per hoofdgroep en eindtotaal (ontwikkeling 2017-'19)
Het moment van data-extractie was hier 06-05-2020. Vanwege de mogelijkheid tot mutaties in producten of verwerkingen anderszins die naderhand hebben kunnen plaatsvinden, kunnen met terugwerkende kracht wijzigingen voorkomen in de aantallen van de hier gepresenteerde jaren. Het gaat hier echter doorgaans om zeer geringe aantallen.
N.B.: de aantallen in 2017 en 2018 hebben betrekking op de oude gemeente Groningen, 2019 op de nieuwe gemeente (met uitzondering voor voorzieningen m.b.t. Bescherm Wonen en Maatschappelijke Opvang - deze hebben telkens betrekking op de regio, ook in tellingen van eerdere jaren)
Bron: Suite (gemeente Groningen, 2020)
Wmo voorzieningen totalen naar subgroepen niveau 1
Totaal aantal geïndiceerde (lopende) maatwerk voorzieningen op een zeker moment (over een heel jaar geteld) i.h.k.v. de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), per subgroepen niveau 1 (ontwikkeling 2017-'19)
De gepresenteerde aantallen betreffen hier het totaal aantal geïndiceerde voorzieningen, per Wmo subgroepen niveau 1, over een geheel jaar, waarbij een voorziening tenminste op een zeker moment in het betreffende teljaar 'lopende' was. Zo wordt een verstrekte indicatie in december van een voorgaand jaar, welke ook nog tenminste een dag 'geldig' is in januari van het navolgende jaar, meegenomen in de tellingen van beide jaren. In het geval van PGB tellen alleen voorzieningen mee waar ook daadwerkelijk een budget aan is toegewezen.
Een persoon kan meerdere voorzieningen hebben, ook binnen meerdere hoofdgroepen, en kan deze ook op verschillende momenten gedurende het jaar hebben (gehad). Het totaal aantal geïndiceerde voorzieningen is daardoor dan ook hoger dan het totaal aantal personen dat recht heeft gehad op een zekere voorziening.
Het moment van data-extractie was hier 06-05-2020. Vanwege de mogelijkheid tot mutaties in producten of verwerkingen anderszins die naderhand hebben kunnen plaatsvinden, kunnen met terugwerkende kracht wijzigingen voorkomen in de aantallen van de hier gepresenteerde jaren. Het gaat hier echter doorgaans om zeer geringe aantallen.
N.B.: de aantallen in 2017 en 2018 hebben betrekking op de oude gemeente Groningen, 2019 op de nieuwe gemeente (met uitzondering voor voorzieningen m.b.t. Bescherm Wonen en Maatschappelijke Opvang - deze hebben telkens betrekking op de regio, ook in tellingen van eerdere jaren)
Bron: Suite (gemeente Groningen, 2020)