Een item binnen de samengestelde indicator ‘sociale samenhang’ is de mate waarin mensen ervaren dat buurtgenoten prettig met elkaar omgaan (zie ook het beleidsthema 'sociale binding en - cohesie'). Naast deze indicator wordt in onze monitor specifiek ingegaan op de omgang tussen verschillende bevolkingsgroepen binnen de eigen woonbuurt, wijk of dorpskern. Ook is gekeken naar de mate waarin bewoners het gevoel hebben gehad gediscrimineerd te worden, waarbij dit discrimineren verschillende grondslagen kan hebben.
Het merendeel van de inwoners van de gemeente Groningen geeft aan dat de mensen in de eigen woonbuurt over het algemeen prettig met elkaar omgaan; in 2024 gaf 74% van de volwassenen dit aan. In de nieuwe uitbreidingwijken en de dorpen liggen de percentages doorgaans bovengemiddeld hoog, in de voor- en naoorlogse stadswijken liggen de percentages veelal wat lager.
Gemeente breed geeft 64% van de volwassenen aan dat de omgang tussen mensen met een verschillende etnische achtergrond goed is. De ontwikkeling tussen 2018 en 2024 is gunstig, van 52% naar 64%.
De waardering van de omgang tussen studenten en overige inwoners is in 2024 62% van de volwassenen die deze onderlinge omgang als goed bestempelde, dit is een hoger percentage dan in 2020 en 2022, toen 57%. De meest ongunstige scores op dit terrein zijn te constateren in Vinkhuizen en Beijum met percentages beneden de 50%. In de Dorpen-oost, Helpman/Coendersborg en Buitenhof/de Kring zijn de percentages het gunstigst (gemiddeld 74-75%).
Voor een volledig overzicht van de cijfers per buurt, wijk of dorp kunt u het buurtinformatiesysteem Gronometer raadplegen.