De gemeente Groningen behoort tot de gemeenten in Nederland met het hoogste aandeel huishoudens in armoede (zie ook: Sociaal Cultureel Planbureau (SCP); 2019).
Kijken we naar het percentage huishoudens dat zich 1 jaar of langer in een minimasituatie bevindt op basis van de gehanteerde definitie van het CBS, dan valt op dat Groningen hierin zelfs na Rotterdam het hoogste scoort met 13,6% (2019), 7,2% bevindt zich reeds 4 jaar of langer in deze situatie.
Van het aantal minderjarige kinderen in de gemeente Groningen groeide in 2019 12,9% ervan op in een huishouden dat zich in een minimasituatie bevindt en dus rond moet komen van een huishoudinkomen tot 110% van het sociaal minimum. Dit komt neer op iets minder dan 1 op de 8 minderjarige kinderen.
In totaal waren er in de gemeente in 2018 17.200 minimahuishoudens, in 2022 was dit aantal afgenomen tot 16.500. De grootste leeftijdsgroep onder minima wordt in Groningen in gevormd door huishoudens van 25 tot 45 jaar (36%) (de hoofdkostwinner), gevolgd door de groep 45 tot 65 jaar (34%). Van de minimahuishoudens valt 1 op de 5 binnen de groep 65 jaar en ouder. Het merendeel van de minimahuishoudens bestaat uit een eenpersoonshuishouden, daarna volgen eenouderhuishoudens. Stellen bevinden zich relatief gezien aanzienlijk minder vaak in een minimasituatie.
Ruim 85% van de mensen dat zich in een werkloosheidssituatie bevindt, behoort tot de minimagroep. Dit is bijna 50% ook de grootste groep huishoudens binnen de totale minimagroep.